Persbericht Kwaliteitsvolle groenten telen kan met minder bemesting

25/03/2020
Een tiental kroppen sla.

In regio’s met vollegrondsgroenteteelt zijn de nitraatconcentraties in het grond- en oppervlaktewater vaak te hoog. De bemestingsadviezen en stikstofbemestingsnormen voor sommige groenten kunnen lager, zonder in te boeten op de opbrengst en de kwaliteit van die groenten en met een mogelijks gunstig effect op de waterkwaliteit. Dat staat in een studie van onder meer onderzoeker Karoline D’Haene (ILVO – Merelbeke) van het Onderzoeks- en voorlichtingsplatform Duurzame bemesting.

Situering

In de drie Vlaamse groenteregio’s analyseerde het ‘Onderzoeks- en Voorlichtingsplatform Duurzame Bemesting’ op verschillende locaties een uitgebreide dataset van stikstofbemestingsproeven (2009-2016) met verschillende stikstofbemestingshoeveelheden voor sla, spinazie, prei, wortelen, bloemkool en spruitkool. De proefvelden werden aangelegd door deze erkende praktijkcentra: Inagro, het Proefcentrum voor de Groenteteelt en het Proefstation voor de Groenteteelt. Daarbij werd het effect nagegaan van de beschikbare hoeveelheid stikstof op de opbrengst, op de gewaskwaliteit, op de stikstofopname door het gewas en op het nitraatstikstofresidu dat in de bodem achterblijft bij de oogst.

Minder stikstof en toch een goede opbrengst en kwaliteit

Voor de onderzochte groenten (uitgezonderd bloemkool) is de nodige stikstofhoeveelheid voor een goede opbrengst en kwaliteit lager dan de huidige wettelijke maximale stikstofbemestingsnormen. Vooral voor sla en prei kunnen de normen met een paar tientallen procenten verlaagd worden. Algemeen kan gesteld worden dat de huidige maximaal toegelaten bemestingsnormen ruim zijn. Daardoor kunnen zelfs op bodems met een beperkte mineralisatiecapaciteit, die vaak samengaan met een laag koolstofgehalte, toch nog optimale opbrengsten gehaald worden. Dat betekent dat tuinbouwers geld kunnen besparen door minder meststoffen toe te dienen.

Bodemstaal is basis voor een oordeelkundige bemesting

Om de juiste stikstofbemestingsdosis te bepalen houdt de landbouwer rekening met de stikstofhoeveelheid die in de bodem aanwezig is bij begin van de teelt en met de verwachte stikstofmineralisatie. De gemiddelde nitraatstikstofhoeveelheid tot bewortelingsdiepte bij de zaai of het planten is erg variabel en is verschillend voor voorjaarsteelten ten opzichte van tweede teelten. Ook de hoeveelheid stikstof die in het groeiseizoen vrijkomt, verschilt per perceel en is afhankelijk van de duur van de teelt, de weersomstandigheden, de aanwezigheid van oogstresten van de vorige teelt,…. Het is dus belangrijk om bij het begin van de teelt een verlaagde basisbemesting toe te dienen. Tijdens de teelt kan een bodemstaal genomen worden waarop een bemestingsadvies kan geformuleerd worden. Dat heeft als voordeel dat de stikstofvrijstelling uit organische stof en eventueel uit oogstresten meegenomen wordt in het advies.

Rijen- en bandbemesting ideaal voor bloemkool

Bloemkool heeft een korte teeltperiode en een relatief grote tussenrijafstand, waardoor de beschikbare stikstof in de wortelzone niet adequaat kan benut worden. Naast het nemen van een bodemstaal als basis voor een oordeelkundige bemesting, is een rijen- of bandbemesting een mogelijke oplossing, in plaats van de toepassing van een breedwerpige bemesting. Die aanpak kan ook toegepast worden bij andere teelten met een grote tussenrijafstand.

Lage stikstofuitspoeling en optimale opbrengst bij juiste bemestingsdosis

Bij een juiste stikstofbemestingsdosis is het mogelijk optimale opbrengsten te realiseren en te eindigen met een lage hoeveelheid nitraatstikstof bij de oogst. Bij een verhoging van de stikstofbemesting van een lage naar een optimale dosis, is de minerale stikstof die in de bodem achterblijft in de bewortelde zone bij de oogst vrij constant en relatief laag (< 30 kg nitraatstikstof/ha), uitgezonderd voor bloemkool. Om die reden zou de onderzaai van een vanggewas bij bloemkool kunnen overwogen worden. Bij overbemesting stijgt de overblijvende nitraatstikstof spectaculair tot onverantwoorde hoeveelheden.

Hoge stikstofverliezen bij groenten kunnen gemakkelijk vermeden worden.

Karoline D’Haene (ILVO) coördinator van het Onderzoeks- en Voorlichtingsplatform Duurzame bemesting: “Bij vele landbouwers en voorlichters bestaat het gevoel dat een verlaging van de stikstofbemestingsdosis de opbrengst en/of de kwaliteit kan verminderen. Daarom worden nog steeds hoge bemestingsdosissen aan groenten toegediend. Ons onderzoek toont aan dat dit niet nodig is en dat landbouwers nodeloos meststoffen geven die uitspoelen.”

Bij vele landbouwers en voorlichters bestaat het gevoel dat een verlaging van de stikstofbemestingsdosis de opbrengst en/of de kwaliteit kan verminderen

Karoline D’Haene (ILVO) coördinator van het Onderzoeks- en Voorlichtingsplatform Duurzame bemesting

Publicatie: Stikstofbemesting in vollegrondsgroenten

Lees de volledige studie hier. Ze is uitgevoerd in opdracht van de VLM in samenwerking met 3 erkende praktijkcentra en het Onderzoeks- en Voorlichtingsplatform Duurzame Bemesting.

Vragen?

Contacteer ons

Leen Van den Bergh

Woordvoerder VLM

Koen Desimpelaere

diensthoofd Mestbeleid VLM

Ook interessant