Persbericht Studie ‘Intensieve veeteelt en de gezondheid van omwonenden’ in opdracht van Provincie

15/01/2018
Varken in stal
Een groot aandeel van de onderzochte theoretische gezondheidsrisico’s specifiek voor omwonenden van veeteeltbedrijven is niet aanwezig of het effect ervan is niet bewezen.

Er is momenteel geen wetenschappelijk bewijs dat wonen in de omgeving van veeteeltbedrijven in Vlaanderen schadelijk is voor de gezondheid. Een groot aandeel van de onderzochte theoretische gezondheidsrisico’s specifiek voor omwonenden is niet aanwezig of het effect ervan is niet bewezen. Voor een aantal risico’s zijn er maatregelen voorzien en/of dringt zich bijkomend onderzoek op om verder uitsluitsel te geven.
Dat blijkt uit een studie in opdracht van de Provincie West-Vlaanderen, uitgevoerd door het Vlaams Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO).

Waarom een studie?

West-Vlaanderen is rijk aan intensieve veehouderijen. Als vergunningverlenende overheid moet de Provincie kunnen werken met de meest recente en betrouwbare data uit de wetenschap. Recent bracht de West-Vlaamse Milieufederatie (WMF) een bloemlezing van mogelijke verbanden tussen veehouderijen en de menselijke gezondheid. Een Nederlandse studie (VGO) uit 2016 toont aan dat, naast positieve effecten, ook infecties van de lagere luchtwegen en longonstekingen meer voorkomen bij omwonenden van pluimvee- en geitenhouderijen. Dat was voor de Provincie een reden om een opdracht uit te schrijven voor een overzichtsstudie.

Elementen uit de studie

  1. Geen duidelijkheid omtrent endotoxines
    Over één zogenaamd gezondheidsrisico, de ‘endotoxines’, stelt het rapport dat het momenteel wetenschappelijk onmogelijk is om een veiligheidsnorm te definiëren en te hanteren. Endotoxines zijn bestanddelen van bacteriën – in dit geval uit een dierlijke omgeving – die vrijkomen op het moment dat die bacteriën afsterven. Vanuit de stal kunnen de endotoxines via de lucht in de omgeving terecht komen. Ze zijn meestal gehecht aan grovere stofdeeltjes, die slechts doordringen in de bovenste luchtwegen. In de Nederlandse studie, maar ook in wereldwijd onderzoek, worden bij de omwonenden van veehouderijen precies in die bovenste luchtwegen positieve effecten vastgesteld. Het gaat over meer afweer tegen ziektekiemen en een beschermend effect voor astma en allergische ontstekingen. Een recente studie van het Vlaams Instituut voor de biotechnologie (VIB) linkt dit positief effect mogelijks aan de aanwézigheid van endotoxines.
  2. Fijn stof blijft het meest gekende gezondsheidsrisico
    Er is sprake van complexe processen bij de vorming en verspreiding van fijn stof. Uit de stallen ontsnapt zowel primair fijn stof als ammoniak. In de buitenlucht, ver van de stallen, kan er een chemische reactie ontstaan van de ammoniak met chemische verbindingen afkomstig van industrie en verker. Dan ontstaat er secundair fijn stof dat voor iedereen, en niet enkel voor de omwonenden van veestallen, schakelijk kan zijn voor de luchtwegen. In de landbouwsector bestaat de wettelijke verplichting voor nieuwe veestallen om ammoniak-emissiearm te bouwen. ILVO pleit voor verdere studie over het mogelijk negatief effect op de menselijke gezondheid van fijn stof gecombineerd met ammoniak.
  3. Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten
    In de studie werd ook gekeken naar gezondheidseffecten die te maken hebben met bacteriën, virussen, schimmels en parasieten die bij het vee kunnen aanwezig zijn, en eveneens naar de effecten van het geneesmiddelengebruik in de stallen. De mogelijke overdracht van deze laatste van het landbouwdier naar de omwonenden, via de lucht, wordt in de literatuur niet als een bestaand of belangrijk risico omschreven.
  4. Q-koorts
    Een specifieke vermelding is er voor Q-koorts, een bacteriële besmetting die foetusverwerping bij dieren kan geven. Eventuele epidemieën van Q-koorts bij kleine herkauwers (schapen en geiten) kunnen gevaarlijk zijn voor de omwonenden van de besmette veestallen. Dergelijke epidemieën worden via de bestaande dierengezondheidsprogramma’s van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) strikt opgevolgd.
  5. Longontsteking
    In het Nederlandse onderzoek (VGO) werd iets meer kans op longontsteking rond pluimvee- en geitenhouderijen gevonden. Dit op basis van medische dossiers van Nederlanders die wel of niet in een intensief-veehouderijgebied wonen. De vergeleken gebieden vertoonden echter ook verschillen op andere vlakken, zoals de aanwezigheid van fijn stof uit andere bronnen. ILVO stelt dat er daarom meer onderzoek nodig is.

Studie 'Intensieve veeteelt en de gezondheid van omwonenden'.

Vragen?

Contacteer ons

Ook interessant

Persbericht 04/12/2023

Bezoek ILVO op Agribex in Brussel

Agribex 2023
Stikstof, datadelen met DjustConnect, robotica en zo veel meer. ILVO toont de breedheid van zijn onderzoek op de landbouwbeurs Agribex van 6 tot en met 10 december in Brussel Expo. Je vindt ons in hal...